NIEUWE INITIATIEVEN VAN EURODEFENSE VOOR VEILIGHEID EN VERDEDIGING VAN DE EUROPESE UNIE
Het veiligheids- en verdedigingsvermogen van de EU moet worden versterkt. Daarover is veel te doen in Nederland en Europa. Multilaterale defensiesamenwerking verliep de afgelopen decennia moeizaam. Om een nieuwe impuls te geven aan versterking van de veiligheid en defensie van de EU heeft het in 15 landen vertegenwoordigde EURODEFENSE netwerk een voorstel naar Brussel gestuurd.
Het
gaat bij Europese veiligheid niet langer uitsluitend om militaire dreigingen en
om verdediging van territorium van een lidstaat. Er zijn veel nieuwe dreigingen
en ontwikkelingen die de meeste individuele lidstaten niet aan kunnen. Het gaat
om verschillende, vaak hybride bedreigingen, zoals cyberaanvallen,
misinformatie, mensenhandel, illegale immigratie, terrorisme, handelsbelemmeringen
en conflicten in grensregio’s. Europa is een wereldspeler van formaat geworden.
Die zal zich meer moeten inspannen om de Europese normen en waarden te verdedigen
en haar burgers te beschermen.
In
het verdrag van Lissabon is verantwoordelijkheid voor de bescherming van de
burgers bij de EU gelegd, echter zonder daarvoor de noodzakelijke middelen
beschikbaar te stellen. Hierdoor staan in toenemende mate belangen en
veiligheid van de lidstaten en de inwoners van de EU op het spel.
Omdat
defensiesamenwerking tussen lidstaten de afgelopen decennia weinig versterking
van de EU heeft opgeleverd, heeft EURODEFENSE een nieuw concept ontwikkeld
waarmee de meest acute tekortkomingen gezamenlijk worden aangepakt. Waar gaat het om?
1.
Een
permanente, beperkte maar hoogkwalitatieve EU-interventiecapaciteit voor
directe actie in geval van crisis, en ter overbrugging van de mobilisatie- of
activatieperiode van eenheden van lidstaten. Dit kunnen bewapende eenheden
zijn, maar ook cyber- of andere technologisch geavanceerde eenheden. Personeel
van deze permanente EU-eenheden heeft geen formele binding met lidstaten (“Blue
Badges”) en wordt ingezet door een in te stellen EU Veiligheidsraad.
2.
Het ontwikkelen
van aanvullende defensieve capaciteiten die het vermogen van de meeste lidstaten
te boven gaan. Zowel op nieuwe technologiegebieden, zoals drones, satellieten,
cyberdefensie en artificial intelligence, als voor kapitaalintensieve conventionele
middelen.
3.
Snelle EU-besluitvorming
in crisissituaties. Daarvoor is aanpassing van onder meer de huidige
unanimiteitsregels in het buitenlands- en defensiebeleid in crisissituaties
noodzakelijk.
4.
Versterken
van de EU-commandostructuur om leiding te kunnen geven aan EU eenheden in
samenwerking met vooraf toegezegde eenheden van lidstaten, ook als EU bijdrage
aan de NAVO.
Wat betekent dit voor de lidstaten en voor
Nederland in het bijzonder?
Aanvaarden dat “alles zelf kunnen” niet altijd meer mogelijk en noodzakelijk
is. De meeste Europese landen kunnen dat nu ook niet. Uitgangspunt in het
voorstel is vrijwilligheid: Iedere lidstaat kan zelf bepalen welke defensie
capaciteiten zij nodig acht voor de eigen verdediging en welke deel daarvan zij
wil toezeggen in EU verband. Technologisch onderzoek en ontwikkeling van
defensieprojecten waar een lidstaat geen belangstelling voor heeft of die de eigen
mogelijkheden te boven gaan kunnen vanuit de Europese defensieorganisatie
worden uitgevoerd. Dat past ook goed bij het Nederlandse “niche-capabilities”
beleid. Beperkte zaken goed doen in plaats van alles willen met te weinig
budget kan ook financieel voordelig zijn; EU-defensie financiering kan hierbij stimulerend
werken.
De te vormen relatief kleine Europese
defensieorganisatie kan in crisissituaties snel optreden. Geavanceerd, proportioneel
en een effectieve aanvulling op de capaciteiten die lidstaten nu voor zichzelf
en voor de NATO beschikbaar hebben. Dit doet geen afbreuk aan de eigen soevereiniteit of aan NATO
verplichtingen. Het voorstel is gebaseerd op de realiteit dat de EU-buitengrenzen
meer bepalend zijn voor onze veiligheid dan de grenzen van Nederland en de
andere EU-lidstaten.